In de begeleiding naar werk wordt veelal uitgegaan van een generieke aanpak voor mannen en vrouwen. Dit geldt ook voor mannelijke en vrouwelijke statushouders. Vrouwelijke statushouders komen hierdoor op een drievoudige achterstand: 1. als vrouw; 2. als vluchteling; en 3. doordat het beleid niet aansluit. Als we vrouwen uit hun geïsoleerde positie willen halen, langdurige afhankelijkheid van de bijstand en bijkomende armoede tegen willen gaan én de kansen van kinderen willen vergroten, moeten we inzetten op mannen en vrouwen én waar nodig kiezen voor specifiek beleid.
Vrouwen op de arbeidsmarkt
Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt en oververtegenwoordigd in de sociale zekerheid, met name in de bijstand. Dit is de conclusie van de inspectie SZW in december 2016. Vrouwen in de bijstand, met welke achtergrond dan ook, verblijven vaker en langer in de uitkering. Dat geldt voor de bijstand, maar ook voor de ww.
De redenen van deze achterstand zijn divers. Een van de redenen(1) zo stelt de inspectie van SZW is de wijze waarop vrouwen naar werk zoeken. Vrouwen zijn, zeker wanneer zij kinderen hebben, minder bereid om op onregelmatige tijden te werken. Ook is een langere reistijd bij vrouwen vaker een struikelblok. Dat is de situatie indien vrouwen alleenstaande ouder zijn. Daarbij komt dat als vrouwen naar werk zoeken zij minder zeker zijn over de waarde van hun kennis en kunde in vergelijking met mannen met een vergelijkbaar profiel.
Vrouwelijke statushouders
Deze tendens speelt in versterkte mate bij vrouwelijke statushouders. De vrouwen om wie het gaat zijn divers, qua culturele achtergrond met diverse normen en waarden, en wat betreft genoten opleiding. Een paar dingen hebben zij gemeen. Zij zijn in eerste instantie bezig met het landen in de totaal nieuwe omgeving, te zorgen voor het op weg helpen van het gezin en begrijpelijk krijgen van de basis van het leven in Nederland. Ondanks deze diversiteit kunnen de meeste vrouwelijke statushouders als het gaat om arbeidsparticipatie het best vergeleken worden met de groep laagopgeleide Nederlandse vrouwen(2). Die groep loopt met 49% (2017) deelname aan de arbeidsmarkt achter op vrouwen met een hogere opleiding (75% -> middelbaar opgeleid, 86% – >hoog opgeleid).
Ook blijkt dat gemeenten zich bij echtparen richten op de man. Zodra de man werk heeft, stopt de uitkering en dus ook de begeleiding. Dit betekent dat vrouwen minder snel stappen zullen gaan zetten op weg naar de arbeidsmarkt. Dat is jammer. Jammer vanwege onbenutte talenten, jammer vanwege het wegnemen van de mogelijkheid om economische zelfstandigheid te kunnen ontwikkelen, jammer vanwege het eenzijdige voorbeeld voor hun kinderen. Bovendien ligt het risico van langdurige armoede bij echtscheiding op de loer, met alle gevolgen vandien.
Participatie als motor van integratie
Participatie op de arbeidsmarkt wordt door vluchtelingen, de overheid en de samenleving gezien als motor en resultaat van integratie. De nieuwe inburgeringswet biedt dan ook nieuwe kansen voor vrouwelijke inburgeraars. We weten dat vrouwelijke statushouders op een andere manier aan het werk geholpen moeten worden. Een op hun talenten gerichte inburgering kan daar een belangrijke nieuwe stap in zijn.
Hoe dan? Voordat je begint betrek je de mogelijkheden van lestijden van inburgering en kinderopvangmogelijkheden in het plan. Begin in ieder geval met de tijd te nemen om wensen en mogelijkheden in beeld te krijgen. Ga na wat zij als achtergrond hebben. Sta open voor hun dromen en toekomstwensen.
Wat is belangrijk bij de begeleiding:
- Luister naar wat nodig is en ga het gesprek aan.
- Sluit aan bij dingen die voor hen belangrijk zijn, bijv. huisvesting, de ontwikkeling van hun kinderen en gezondheid.
- Creëer kansen voor passende doorontwikkeling.
- Kijk naar opleidingskansen, bijv. een geïntegreerd mbo-traject.
Creatieve oplossingen om deze voorwaarden te creëren hoeven niet altijd veel te kosten. Zeker niet wanneer combinaties van leren, ondersteunen en ontmoeten door vrouwen zelf met een beetje hulp kunnen worden ingevuld. Een goed voorbeeld hiervan is Piëzo uit Zoetermeer. Deze instelling – aanvankelijk gericht op vrouwelijke nieuwkomers – varieert zijn aanbod al naar gelang de vraag van zijn deelnemers. Het oefenen van taal (taalcoaching) in combinatie met waar nieuwkomers behoefte aan hebben, bieden zij aan. Dat helpt de vrouwen een stap verder in hun weg naar zelfvertrouwen en wellicht naar werk.
Hoe dan ook, met generiek beleid zijn deze vrouwen zelden geholpen, kies voor maatwerk!
Wilt u meer weten of sparren over vrouwen in de inburgering? Neem contact op!
Auteurs: Nel Buis & Jacqueline de Maa
(1) Marjan de Gruijter, Inge Razenberg, “Work first, vrouwen later?”, Beleid en Maatschappij 2019.
(2) Inspectie van SZW, Mannen en vrouwen in de sociale zekerheid, december 2016.
Comments are closed.